Klas management

Tips bij het verkrijgen van aandacht en rust

Manieren om de aandacht te krijgen/rust te creeëren

 

Stilte creeëren

Bijvoorbeeld wanneer het druk is en je wilt iets vertellen, of wanneer je aan een volgende les wilt beginnen:

  • Met je armen over elkaar voor de klas gaan staan en wachten op stilte. Kinderen die nog praten aankijken. De kinderen moeten dan wel weten dat jij bedoelt dat het stil moet worden.
  • 3 Keer klappen.
  • Je hand in de lucht steken. Kinderen die dit zien steken ook hun hand op en moeten stil zijn. Wacht tot iedereen de hand omhoog heeft en dan is het stil.
  • Een ritme gaan klappen. Kinderen die dit horen gaan meeklappen. Steeds meer kinderen zullen mee gaan klappen en wanneer je stopt met klappen is het stil.
  • of zoals hierboven maar dan met bewegingen, ga zwaaien, armen omhoog en omlaag enz. De kinderen die dit zien gaan meedoen en zijn stil. Dit is een leuke manier om de klas stil te krijgen die goed werkt en ook zorgt voor wat beweging tussendoor!
  • Een zelfverzonnen rijmliedje zingen. Bijv. Jongens, meisjes kijk eens even hier, dan doe je mij een groot plezier. Doe je handen maar over elkaar, dan zijn we voor de rekenles helemaal klaar... etc.

 

 

 

Kinderen vinden dit verrassend en grappig en je zult merken dat de hele klas binnen de kortste keren naar jouw liedjes luistert!

Rust creeëren:

  • Maak na afloop van een lesje met gebaren duidelijk dat de kinderen hun spulletjes terug in het laatje mogen doen. Doordat je zelf stil bent, zullen de kinderen rustig op gaan ruimen.
  • Vertel al op zachte toon dat je iets gaat doen en dat de kinderen goed moeten kijken wat zij moeten doen. Gebaar bijv. dat de kinderen naar buiten mogen, dat ze het leesboek moeten pakken enz.
  • Wanneer de kinderen erg druk zijn laat ze zich dan even uitleven door bijv. rondjes op het speelplein te rennen, even bewegingen na te doen in de klas of een spelletje waarbij de kinderen elk op een stoeptegel gaan staan en tegelijk 5 tegels vooruit moeten, 3 terug en weer 4 vooruit enz.
  • Laat de kinderen een minuut lang naar de secondewijzer van de klok kijken. Deze hele minuut moet het stil zijn in de klas...

Regels

Kinderen hebben behoefte aan orde, regelmaat en voorspelbaarheid. Ze willen weten wat jij van hen verwacht. Daarom zijn er regels. Regels zorgen voor rust en structuur. Regels kunnen gedragsproblemen voorkomen. Natuurlijk is het belangrijk dat regels nageleefd worden en dat er consequenties zijn wanneer dit niet gebeurt. Vertel de kinderen deze consequenties. Straf niet maar gebruik liever de methode van het logische gevolg. Wanneer kinderen iets vuil gemaakt hebben is het logisch gevolg dat ze dit opruimen, wanneer een kind het werk niet af heeft, is een logisch gevolg dat dit op een ander tijdstip afgemaakt wordt.

Waar voldoet een goede regel aan?

  • samen opgesteld met de kinderen, zodat zij het nut van de regel inzien en de regel dus zinvol is
  • kort en duidelijk
  • niet te veel regels, ongeveer 5
  • positief formuleren, d.w.z. niet in de "niet-sfeer". Rustig lopen in de gang is beter dan niet rennen. Wat gebeurt er als je leest: denk niet aan de roze olifant? Je doet het wel! Zo werkt dat ook bij regels.
  • de regels mogen niet te hoog gegrepen zijn
  • geen dubbele moraal
  • leef de regels zelf ook na!
  • aanpassing van de regels kan noodzakelijk zijn, bijv. bij een leerling met faalangst of iemand die héél nodig naar de wc moet
  • vermijd straf na het overtreden van een regel, denk aan het logische gevolg

Regels voor in de klas of op het schoolplein:

  • Ik schop of sla geen anderen kinderen ---> niet slaan maar praten!
  • Ik ben voorzichtig met de spullen van een ander
  • In de klas praat ik zachtjes met andere leerlingen
  • Ik behandel anderen zoals ik zelf behandeld wil worden
  • Ik lach met andere kinderen, maar nooit om andere kinderen
  • Als een ander praat ben ik stil
  • Ruzies probeer ik eerst zelf op te lossen
  • Als een kind iets doet wat ik niet wil zeg ik duidelijk: hou op, dit wil ik niet!

10 Gouden tips

10 Gouden tips

  1. Bedenk wat je belangrijk vindt wat betreft regels en afspraken en praat hierover met de groep.
  2. Probeer non-verbale signalen te geven bij ongewenst gedrag. Wanneer je in het negatieve schiet voelt de leerling zich aangevallen of krijgt toch aandacht waar hij/zij indirect om vroeg. Het negatieve gedrag wordt versterkt.
  3. Organiseer leuke dingen waarbij je de kinderen leert kennen.
  4. Wees positief en optimistisch (geen "nee-communicatie), geef aan dat je verwacht dat je leerlingen succes zullen hebben bij je in de klas en dat jij ze daarbij zult helpen.
  5. Vermijd situaties waarvan je zeker weet dat veel leerlingen zullen mislukken.
  6. Pak wangedrag snel en vastberaden aan.
  7. Bereid je goed voor.
  8. Werk zoveel mogelijk met picto's ter ondersteuning, bijv. bij het dagritme
  9. Vertel de kinderen hoeveel tijd ze voor een opdracht hebben, wees voorspelbaar
  10. Gebruik verschillende groeperingsvormen, begin bij samenwerken met tweetallen.